De inrichting van Los Alamos
De Verenigde Staten begonnen een kernprogramma op te stellen dat de onderzoeken moest coördineren. Ze verzekerden zich in juli 1942 eerst van de mogelijkheid van een kettingreactie. Daarna voerden ze in januari 1943 de eerste kettingreactie uit. Ten slotte produceerden ze in januari 1945 een echte atoombom.

Het centrum "Los Alamos"
In september 1942 begon de verspreiding van de onderzoeks- en voorstudielocaties van het atoomwapen ernstige communicatie- en coördinatieproblemen op te leveren. Dit pleitte in het voordeel van een groot laboratorium waarin alle activiteiten rond atoomonderzoek konden worden verenigd. In de zomer van 1942 werd kolonel Leslie Groves, die eerder de supervisie had over de bouw van het Pentagon, benoemd tot leider van het atoomwapenproject. Als eerste werd besloten de naam van het project om te dopen tot "The Manhattan District".
Een wetenschapper Robert Oppenheimer werd belast met de coördinatie, de organisatie en de supervisie van alle onderzoeken. Op 2 december 1942 voert een team, geleid door Fermi, de eerste beheerste kettingreactie uit aan de voet van het Stagg Field bij de Universiteit van Chicago. De eerste atoomstapeling ter wereld produceerde een half-watt aan energie. Een gecodeerd telefoonbericht van Compton met de inhoud: "De Italiaanse zeeman (Fermi) is aan land gegaan in de nieuwe wereld, de inboorlingen zijn vriendelijk" in Conant, Washington DC, kondigde het succes van de actie aan.
Vanaf toen ging het Manhattan-project van start en werden er duizenden ingenieurs en technici gerekruteerd die in het geheim werkten aan de bouw van een kernwapen.
Er werd ook een test- en ontwikkellingssite gecreëerd voor de bom: "Los Alamos" in Nieuw Mexico. Deze site was geïsoleerd waardoor de toegangswegen makkelijk gecontroleerd konden worden. De canyons rondom konden bovendien worden gebruikt voor tests met gevaarlijke explosies. Het was dus de ideale plaats voor ultrageheime onderzoeken.